Hormonen en de overgang: wat verandert er en wat kun je doen?

De overgang en hormonen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Door de geleidelijke afname van de productie van oestrogeen, progesteron, testosteron, oxytocine, en follikel stimulerend hormoon (FSH) ontstaan er allerlei veranderingen en soms ook overgangsklachten. Wat gebeurt er precies met je hormonen in de overgang en is er iets wat je kunt doen? Lees het in dit blog. 

Oestrogeen in de overgang

Oestrogeen staat ook wel bekend als het vrouwelijke geslachtshormoon. Oestrogeen speelt bij vrouwen in de overgang een grote belangrijke rol. De oestrogeenproductie vindt grotendeels in de eierstokken plaats, maar ook vetcellen produceren oestrogeen weliswaar in veel mindere mate. Als er geen eisprong meer plaatsvindt, stopt dit. Dat merk je bijvoorbeeld aan:

Progesteron in de overgang

Progesteron, ook wel het zwangerschapshormoon genoemd, zorgt voor celrijping, het plaatsvinden van de eisprong, een goede hoeveelheid en kwaliteit van het baarmoederslijmvlies en een ontspannen, rustig en positief gevoel. Zwangerschapshormoon - omdat progesteron ervoor zorgt dat het baarmoederslijmvlies wordt voorbereid op de innesteling van een bevrucht eitje. Progesteron wordt geproduceerd door lege eiblaasjes, tijdens zwangerschap door de placenta en ook de bijnieren maken kleine hoeveelheden progesteron aan. 

In de overgang daalt je progesteron, wat voor klachten kan zorgen zoals:

Oestrogeendominantie in de overgang

Na de leeftijd van ongeveer 35 jaar, begint de productie van progesteron af te nemen. Oestrogeenproductie vermindert dan ook al, maar minder snel. Daardoor kan er (tijdelijk) oestrogeendominantie ontstaan. In verhouding is er teveel werking van oestrogeen ten opzichte van progesteron. Dit kan klachten veroorzaken als gewichtstoename, vocht vasthouden, gevoelige borsten, slapeloosheid of stemmingswisselingen, onrust.

Overige hormonen in de overgang

Ook andere hormonen veranderen tijdens de menopauze. Zo neemt bij 10 à 15 procent van de vrouwen het testosteron(gehalte) af, wat een lager libido met zich mee kan brengen. Testosteron wordt in kleine hoeveelheden bij vrouwen aangemaakt in de bijnieren en eierstokken. Testosteron zorgt voor je zin in vrijen, lichaamsbeharing, spierontwikkeling, energiek voelen en assertiviteit.

Oxytocine is ook een hormoon, zorg- of ook wel knuffelhormoon genoemd. Het speelt een rol bij moederbinding, regelen van de borstvoeding, opwekken van de bevalling, vriendschappen, zorgtaken, romantiek en seksualiteit. Als je oestrogenen dalen wordt er ook minder oxytocine geproduceerd. Zo kan het voorkomen dat je in de overgang meer met rust gelaten wil worden en minder de behoefte hebt om voor anderen klaar te staan. 

Follikel stimulerend hormoon (FSH) stimuleert groei en rijping van eiblaasjes (follikels). De rijpende follikels produceren vervolgens oestrogeen in de eierstokken. Een bepaald gedeelte in je hersenen, de hypothalamus, geeft de hypofyse opdracht om FSH te maken. De hypofyse is een klein kliertje vlak onder de hersenen gelegen, dat een deel van de hormonen reguleert en produceert. 

Wanneer de overgang in aantocht is, zijn de eicellen nog niet helemaal op, de kwaliteit neemt echter wel af. De productie van progesteron en oestrogeen dalen. Hierdoor wordt een terugkoppeling naar de hypothalamus gemaakt: het lichaam heeft meer FSH nodig. FSH stimuleert eicellen die oestrogeen produceren. De FSH-waarde stijgt aanzienlijk, terwijl het oestrogeengehalte blijft dalen. Kortom hormonale veranderingen, hormoonschommelingen.

Al deze veranderingen kunnen erg vervelend zijn. Daarnaast kan een tekort aan een bepaald hormoon op de lange termijn het risico op botontkalking (osteoporose), hart- en vaatziekten en dementie vergroten. Dat maakt het extra belangrijk medische hulp te zoeken wanneer je klachten ondervindt. Je bent niet de enige en het is niets om je voor te schamen. Bij Ellesie helpen we je graag een passende behandeling te bepalen.

Hormoontherapie: hormonen als medicatie of supplementen

Problemen veroorzaakt door afname van hormonen of hormoonschommelingen in de overgang kunnen je behoorlijk belemmeren in je dagelijks leven. Gelukkig is behandeling goed mogelijk. Een gynaecoloog en/of overgangsconsulent kijkt samen met jou wat je klachten zijn, waar deze vandaan komen en wat we kunnen doen om deze te verlichten. Eén optie is de tekorten aan (vrouwelijke) hormonen aanvullen met hormoontherapie.

Slechts 5% van de vrouwen in Nederland maakt gebruik van hormoontherapie, tegenover 25-40% in andere landen.

Niet-hormonale medicatie en behandelingen

Voordat we overgaan op hormoontherapie, kijken we graag eerst wat er nog meer mogelijk is. Zo kan een van onze consulenten jou voorzien van advies op het gebied van leefstijl, voeding, -supplementen en mindset. Wist je dat gezonde leefstijl met de nadruk op lekker bewegen, overgangsklachten positief beïnvloedt? Wist je bijvoorbeeld dat er fyto-oestrogenen in bepaalde voeding zit, wat soms ook al kan helpen bij verminderen van bepaalde klachten in de overgang? Niet-hormonale medicatie kan ook uitkomst bieden. Alles wordt helemaal toegespitst op jouw leven en jouw klachten, zoals we tijdens het eerste consult/ intake samen aandachtig doornemen.

Hormoonsuppletietherapie bij overgang

Bij ernstige en/of aanhoudende klachten is het inzetten van hormonale therapie/ medicatie uiteraard ook een optie. Overgangsklachten ontstaan door daling van het oestrogeen. Het belangrijkste bestanddeel van hormoonsuppletietherapie (HST) is dan ook oestrogeen.  Oestrogeen zorgt voor de opbouw van het baarmoederslijmvlies, daarom heb je de tegenhanger progesteron nodig die dit tegengaat. Vrouwen zonder baarmoeder hebben over het algemeen dus geen progesteron nodig in de hormoonsuppletietherapie.

Er bestaan verschillende vormen van HST om vrouwelijke hormonen in de overgang aan te vullen, bijvoorbeeld oestrogeen (estradiol) in tablet, spray, gel of pleister. Vrouwen met een baarmoeder moeten naast estradiol altijd ook progesteron gebruiken (capsulevorm, vaginaaltablet of hormoonspiraal bv.) We adviseren met klem om hormonale medicatie nooit zomaar zelf, maar altijd in overleg met een medisch specialist te nemen.

Bij Ellesie kijken we samen naar wat er aan de hand is en wat jij nodig hebt. Dat doen we door middel van een vragenlijst, anamnese en gynaecologisch onderzoek, vaak in combinatie met aanvullende diagnostiek (bv. bloedonderzoek) om een nauwkeuriger beeld te krijgen. Zo bieden we zorg die echt bij jou past.